Siddebuursterveen
Buurtschap in Nederland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Provincie | Groningen | ||
Gemeente | Midden-Groningen | ||
Coördinaten | 53° 14′ NB, 6° 52′ OL | ||
|
Siddebuursterveen of Veendijk is een klein buurtje in de gemeente Midden-Groningen. De buurt ligt iets ten zuiden van Siddeburen. De tweede naam verwijst naar de Veendijk die oorspronkelijk liep tussen Wagenborgen en Slochteren, ten zuidoosten van de zandrug waarop alle dorpen van de voormalige gemeente Slochteren liggen. De buurtschap bevindt zich op de plek van deze dijk. De bebouwing langs de Veendijk vormt het laatste restant van het vroegere kerkdorp Oostwold. De verdwenen bebouwing ten noorden van de Veendijk stond vroeger bekend als 't Veen, oudere kaarten vermelden deze nederzetting als Veenhuisen.
Het gebied ten zuiden van de Veendijk stond bekend als Rotmer, mogelijk het restant van een verdwenen kerspel Rommelskerken. Volgens een sage was bij twee doorbraakkolken aan de Veendijk klokgelui te horen, veroorzaakt door gestolen kerkklokken die de duivel daarin zou hebben gegooid. Ook bij Wagenborgen en Eelshuis waren enkele kolken bij de dijk te vinden. Op de zandhoogten ten westen van het dorp zijn archeologische sporen van de Trechterbekercultuur gevonden.
De Veendijk vormde oorspronkelijk een lage kade, die omstreeks 1466 is aangelegd in het verlengde van de Zomerdijk, in opdracht van het Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen om het achterliggende gebied te beschermen tegen het water dat vanuit de venen rond Sappemeer via het dal van de Sijpe naar zee stroomde. Het onderhoud gebeurde vooral door Appingedam. Later moest het dijkje ook het zeewater van de Dollard keren. De Dollardoverstromingen hebben het achterliggende gebied nooit bereikt, omdat hier in de zestiende eeuw nog een hoogveenpakket lag; de kleiafzettingen bleven beperkt tot het dal van de Sijpe. Nog tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 werd in Siddeburen een compleet huis met zijn venige ondergrond door het water weggevoerd; de provinciekaart van Nicolaes Visscher van omstreeks 1680 tekent hier nog steeds een hoogveenpakket.
De Veendijk liep verder langs Hellum, Schildwolde en Slochteren tot Froombosch, waar nog rond 1800 verspreide bewoning langs de dijk te vinden was. Hier sloot hij aan bij de Lodijk.
Nu het veen is verdwenen, behoort dit gebied tot de laagste delen van de provincie Groningen.
Het afgelegen buurtje telde rond 1850 tien huizen met 70 inwoners. Het is in de eerste helft van de twintigste eeuw grotendeels van de kaart verdwenen. De school op de Veendijk (halverwege het huidige Veendijk en Eelshuis) sloot omstreeks 1870 haar deuren. Alleen de bebouwing rond café 'Veenlust', een oude pleisterplaats aan de Eideweg tussen Noordbroek en Siddeburen, bleef bestaan.